28 februari 2007

Scharnegoutum

De inwoners van Scharnegoutum vrezen bij een eventuele herindeling verlies van hun dorpsidentiteit en de groene buffer die het dorp van Sneek scheidt. Liever samenwerking dan herindeling was maandag de teneur van It Petear in Scharnegoutum ook speelt angst voor belastingstijging, onevenredige vertegenwoordiging in de gemeenteraad en grootschaligheid een rol.

De door Wymbritseradiel georganiseerde bijeenkomst over de toekomst van de gemeente trok zo’n zeventig belangstellenden. Vorige week kwamen honderd belangstellenden in Oppenhuizen en circa tachtig in Woudsend. Een mooie opkomst, vindt burgemeester Jacob Reitsma. “Bij een gemiddelde van tachtig schat ik dat we in totaal met negen bijeenkomsten zo’n 800/900 inwoners bereiken.” Na vertoning van een korte film over de toekomst van de plattelandsgemeente, wordt de zaal in groepen verdeeld. Aan iedere tafel wordt, onder leiding van een gemeenteraadslid over de consequenties van de herindeling gediscussieerd aan de hand van een thema.

Na een uur is het tijd om de uitkomsten met de zaal te delen. “Samenwerking is goed, maar we willen geen fusie”, laat Bauke Hogeveen weten. “Het wordt moeilijker om het ambtelijke apparaat te bereiken. Bovendien was de groene buffer rond het dorp er, volgens Hogeveen, niet gekomen als het dorp onder de verantwoordelijkheid van Sneek was gevallen. Verder benadrukt de groep dat zij dan met meerdere gemeenten wil samenwerken en niet alleen met Sneek. “Sneek heeft 30.000 inwoners en wij maar 16.000. Dan raken de verhouding tussen stad en platteland uit balans.” Op het gebied van veiligheid denken de Scharnegoutumers baat te kunnen hebben bij Sneek. Zo kunnen diverse taken van de overheid worden afgeschaft en kan de gemeente zich meer specialiseren. “Een kleine gemeente moet mensen inhuren , dan zijn we op termijn duurder uit. Samenwerking leidt tot samenvoeging. Als andere gemeenten wel samengaan en wij niet, dan hebben we straks geen keus meer. De betrokkenheid met Sneek is er wel. Nu moeten we langs Sneek om in Heeg het grofvuil te storten”, aldus een dorpsbewoner. Wel moet de identiteit van de burger volgens de deelnemers blijven. “Maar die wordt vooral vanuit de dorpssamenleving bepaald.”

Van der Meer is pertinent tegen herindeling. “Doare wy ús kultuer yn hannen fan Snits te jaan? Ik bin huverich foar in fúzje. Sjoch mar nei de skoallen, it moat allegear grutter, mar wurdt it der wol better fan? Boppedat, wat witte se yn Snits fan wat der by ús libbet en ried as wy by Snits oanslúte.” “Als Wymbrits alleen met Sneek fuseert, zou de raad inderdaad voor tweederde door raadsleden uit Sneek worden gevuld en voor eenderde uit Wymbrits. Zou Sneek met drie plattelandsgemeenten fuseren dan liggen de verhoudingen tussen stad en platteland wel in evenwicht”, licht Reitsma toe.

“Yn Wymbrits foarmje wy in mienskrp en fiele wy ús mei-inoar ferbún”, aldus Jelle Lemstra. “Yn é stêd binne de minsken mear op harsels. Ik bin bang dat Snits aanst alles foar ús regelt.” De meerderheid in de groep van Tineke Pijnacker voelt wel voor herindeling. “De groenstrook rond de dorpen vormt een duidelijke afscheiding tussen stad en platteland en zorgt dat de zelfstandigheid van de dorpen overeind blijft.” Ze vragen zich af hoe het zit met de kosten. Gaan deze met een fusie omhoog? Reitsma: “Als de gemeenten fuseren, worden de belastingtarieven gelijk getrokken. Onze gemeente heeft een relatief hoge rioolbelasting, die ligt in Sneek lager en zal dus naar beneden gaan. Voor de OZB is dat een ander verhaal. Die tarieven liggen in Wymbrits veel lager dan in Sneek en zullen waarschijnlijk stijgen.”

Zijlstra is benieuwd of de groenezone tussen dorp en stad ook heilig is. Hij vreest dat de afspraken hierover in de structuurvisie geschonden zullen worden. “In de structuurvisie van Sneek en Wymbritseradiel staat dat alle dorpen die in een straal 1 á 2 kilometer van Sneek liggen altijd een groene buffer van 500 meter tot een kilometer blijft bestaan. Hierover zijn harde afspraken gemaakt, waaraan beide gemeenten zich moeten houden. Puur om te voorkomen dat Sneek, die een grote ambitie voor woningbouw heeft, tegen de dorpen aan groeit,” stelt Reitsma. “Ik help het je hopen”, reageert iemand cynisch vanuit de zaal. “De afspraken gelden tot 2020. In theorie is het mogelijk dat een nieuw college de plannen kan wijzigen, maar die kans is minimaal”, benadrukt de burgemeester.

Reitsma sluit de avond af met een compliment over de hoge opkomst en de heldere signalen die afgegeven zijn. “Jullie inbreng is heel waardevol. We maken een rapportage van alle negen bijeenkomsten en gaan de uitkomsten met u communiceren.” Na afloop zegt wethouder Sietske Kanselaar dat de uitkomsten van de avond niet veel verschillen met de petearen in Oppenhuizen en Woudsend. Ze prijst de mooie vorm van burgerparticipatie. “En daarbij houden wij ons als collega neutraal. Het is nu aan de burger om nu zijn of haar mening te geven.”