Wat betekent, IM. Wikipedia schrijft: ‘In memoriam (Latijn, In herinnering) is een term die
gebruikt wordt om een bespiegelende tekst in gedrukte of gesproken vorm aan te duiden die
na iemands overlijden vaak met enige melancholie gedenkwaardige aspecten van zijn of haar
leven aanhaalt.’ En ik snap waarom het schrijven niet wil, omdat het er bij mij – en wellicht
bij vele dorpsgenoten evenmin – niet in wil, dat ik Sietse nooit meer zie. Als ik in het
Swettehûs kom, door het dorp fiets, bij Christien kom, dan wil het er nog niet bij me in, zoals dat heet, dat we Sietse nooit weer zien en spreken. Er is ons hier iets overkomen dat het bevattingsvermogen te boven gaat. Sietse in herinnering, het is te vroeg, net zoals het
aansteken van een kaars te vroeg was. Toch doen we het, moeten we hem ons herinneren.
Laten we bij de meest verse herinneringen beginnen: ons afscheid van hem op vrijdag 18
november. Dan herinneren we ons de kaarsjes die Geertjan samen met Tieme aanstak. Het verhaaltje dat Benthe over pake voorlas. Dan herinneren we ons het met geen pen te
beschrijven mooie, door Bernard (en Johan) gespeelde ‘De moanne stiet te pronkjen’. We
horen Judith weer zo vol liefde over haar vader spreken en zien de foto’s weer voor ons die ons lieten zien hoe groot Sietses liefde voor zijn gezin was. Dan gaan we in kleine kring naar het hof en leggen zijn door pijn aangetaste lichaam in de schoot van de aarde. We pakken de draad van het afscheid op en lopen naar het Swettehûs, zijn Swettehûs. Daar spreekt Albert woorden vol tranen, lof en liefde over Sietse. En Wijtze doet hetzelfde, op eerbiedwaardige toon. In het gras, bij het dorpshuis planten we een koningslinde (Tilia europeaea). De linde, zo lees ik, kan duizend jaar oud worden en is daarmee een boom die geschiedenis en herinneringen kan herbergen. Ze heeft een hartvormig blad. De linde symboliseert vrouwelijke gratie, schoonheid en geluk en is de boom van liefde en trouw. Verder is geen enkele boom zo verbonden met het leven van een volk, met zijn liefde, in lust en leed, in jubel en rouw, in smart en ernst als de linde.
Zo leeft in de linde de herinnering aan Sietse voort. Hij heeft een steen verlegd in dat kleine stukje aarde Scharnegoutum, waardoor het gemeenschap zijn in het dorp anders vorm krijgt dan voorheen, en die steen is het Swettehûs. Daar klopt het hart van het dorp. Dat was zijn huis. Zijn thuis was nog net ergens anders. Dat was bij Christien, zijn kinderen en kleinkinderen. Sietse was wijs met zijn gezin. Hij was royaal als man en vader. Hij was wijs met én trots op zijn muzikale vrouw en kinderen. Als zij met het korps een concert gaven, was hij er altijd bij. Samen met Geertjan ging hij naar Heerenveen, bij Bernard hielp hij als die aan de bel trok. En Judith was zijn oogappel. Bij Sietse kon alles, zo weten zijn kinderen en kleinkinderen. Ook spraken vele vrijwilligers van het dorpshuis in die termen over Sietse. Sietse heeft in menig bestuur gezeten. Hij was een bruggenbouwer en visionair, een verbinder en vernieuwer. Hij kon ook dingen loslaten, om iets nieuw vorm te geven. Hij kon broeden en filosoferen – zijn broer en zussen noemden hem niet voor niets ‘ús libbensfilosoof’. En Sietse bezat een uitzonderlijk talent voor besturen en voor het enthousiasmeren van mensen. Dat had hij in aanleg en als kind geleerd, moeten leren. Als arrondissement adviseur maakte hij van het verbinden van poreuze relaties zijn werk. Ook als voorzitter van de Gereformeerde kerk
en als scriba van de Protestantse gemeente verbond hij. Het Swettehûs was zijn uiteindelijke project. Dat leverde hem het ereburgerschap van Scharnegoutum op. Het mooie aan Sietse was, dat hij daar best trots op was, dat duurde even, daarna kroop hij het liefst weer in de luwte.
In juni bleek dat Sietse ziek was. Aanvankelijk dachten de artsen aan een rughernia. Het bleek veel ernstiger te zijn. Er volgden maanden tussen hoop en vrees. Sietse zelf regelde nog allerlei dingen. Christien was onafscheidelijk hem nabij. Uiteindelijk was de pijn te hevig en moest hij ons loslaten en wij hem. Sietse werd 68 jaar. Wat het verlies van Sietse extra verdrietig maakt, is dat hij de ophanden zijnde geboortes van zijn twee jongste kleinkinderen niet meer kan meemaken. Op een bepaald moment spraken we over Sietses leeftijd. Hij stierf te jong, daar waren we het over eens, en tegelijk was er ook een andere kijk. Er was ook de dankbaarheid voor alle liefde en geluk, voor alle zorg en warmte, kortom voor alle mooie momenten die ergens blijven en één van de kinderen deed zeggen, dat de kwaliteit van zijn leven die van de leeftijd overstijgt.
We wensen Christien, Bernard, Anke-Marij, hun kinderen Benthe en Tieme, Geertjan en
Tineke, Judith, Wytze en hun zoontje Bram in alle gemis en verdriet sterkte toe.
Ds. Sytze Ypma