Zomaar in de wachtkamer een diepte interview: Een opgeruimde en altijd goedlachse Fosie van der Zee kwam de wachtkamer van de fysio, artsen, verpleeg- en verloskundige en trombosedienst in Scharnegoutum binnen op een vroege woensdagmorgen. “Goedemorgen Fosie, wat brengt jou hier zo vroeg op de morgen?” >”Nou ik kom hier elke twee weken bloedprikken en dat bevalt me uitstekend”. > “O ja, waarom dan ?”>”Nou ik hoef niet meer zoals vroeger naar Sneek en dat scheelt me een hoop tijd. Het is alleen wat krap hier”. >”Krap, hoe bedoel je Fosie ?” >” Nou het is een gezamenlijke wachtkamer en dan komt er nogal eens iemand binnen. Maar het is hier wel erg gezellig en je hoort nog eens wat want hier worden veel ervaringen uitgewisseld. >”Wat voor ervaringen bedoel je?”
>” Nou van het bloedprikken met name. De naalden zijn van uitstekende kwaliteit, de priksters ook en bovendien zijn ze heel erg aardig. Ik moet alleen elke keer nog mijn geboortedatum noemen en dat begrijp ik niet…” >” Oh, nou wij ook niet, maar waarom ben je altijd zo vroeg?” >” Omdat ik wel op tijd op mijn werk wil zijn”.> “Maar bloedprikken kan toch mooi in de baas z’n tijd ?”>” Nee ik ben van het type ‘net yn de baas syn tiid’. Dat heb ik in mijn opvoeding zo meegekregen”. >”Oh ja?” >” Ja wis,ik lit my prikke yn myn eigen tiid, der bin ‘k sels baas oer”.
Nou dit standpunt van Fosie werd door de inmiddels ook gearriveerde bloedprikklanten erg gewaardeerd en vervolgens werden er nog diverse ervaringen hierover uitgewisseld . In ‘eigen tiid’ natuurlijk.